Hier zien wij een grafiekje met daarin het verloop van de impedantie van een weerstand, condensator en spoel als de frequentie verandert. Z is de impedantie (is samenstelling van de reactantie en gelijkstroomweerstand) en f de frequentie.
We zien duidelijk dat de impedantie van R over de hele linie gelijk blijft.
We zien dat de impedantie van C op de lagere frequentie hoog is, en steeds lager wordt naarmate de frequentie toeneemt.
Voor de spoel geldt het tegenovergestelde.
De impedantie van de spoel stijgt als de frequentie toeneemt.
We zien ook dat de impedantie van de spoel gelijkmatig toeneemt met de frequentie.
De condensator vertoont een kromme en neemt niet gelijkmatig af als de frequentie toeneemt.
Waar de lijnen van de condensator en spoel elkaar kruisen, dat is de resonantiefrequentie.

Hierboven zie je een grafiek van het verloop van de impedantie bij een seriefilter.
We zien duidelijk dat de impedantie sterk afneemt bij de resonantiefrequentie (zonder de weerstand zelfs tot nul).
De stippellijn is het verloop als de schakeling de weerstand R bevat.
Je ziet als L en C ideaal zijn en volledig in resonantie dat de weerstandswaarde R overblijft bij het resonantiepunt.
De volgende afbeelding is die van een parallelfilter. Je ziet een duidelijke piek in de impedantiewaarde op de frequentie waar C en L in resonantie zijn.
Indien er geen verliesweerstand R zou zijn, zou die impedantie zelfs oneindig hoog zijn. De stippellijn is het verloop als er een wat grotere weerstand in de schakeling zit.
We zien hier overigens dat de R getekend is in combinatie met de spoel als zijnde de eigen weerstand van de spoeldraad.

seriekring - lage impedantie bij resonantie, dal in grafiek.
parallelkring - hoge impedantie bij resonantie, piek in grafiek.
seriekring - R heeft wat invloed
parallelkring - R heeft in de praktijk minder invloed