3.1e Impedantie van schakelingen
Hoe wij de stroom, spanning en weerstand moeten uitrekenen weten wij nu we hier in de cursus zijn aanbeland.
Maar bij het berekenen van de spanningen en stromen door condensatoren en spoelen krijgen wij te maken met faseverschuivingen.
Bij een spoel en condensator is het faseverschil tussen spanning en stroom 90°.
Bij de spoel loopt de stroom 90 graden achter en bij de condensator loopt de stroom 90 graden voor.
Bij een weerstand is de stroom in fase (0 graden verschil) met de spanning.
Om de spanningen, totaal stromen en impedanties met faseverschillen te berekenen kunnen wij gebruik maken van de stelling van Pythagoras.
De hoek tussen a en b is 90°.
Hebben wij bijvoorbeeld een deelstroom a van 3 ampère en een deelstroom b van 4 ampère die daar 90 graden in fase van verschilt, dan krijgen wij 32 + 42 = 25.
c2 is dan 25, zodat c
25 = 5 ampère.
We zien dat de totaalstroom niet gewoon 4 + 3 = 7 ampère is maar lager.
Dit komt omdat de stromen niet in fase staan maar 90 graden van elkaar.

De impedantie kunnen wij dan berekenen door de spanning te delen door de totaalstroom. We krijgen dan de formule zoals hierboven.
Z staat voor impedantie.
Dit is dus de algemene vorm van de wet van Ohm.