┘
In het vorige hoofdstuk behandelden wij de flipflop.
Nu behandelen wij de deler en deze bestaat weer uit 1 of meerdere flipflops.
Een standaard deler bestaat uit meerder flipflops die met elkaar in serie worden aangesloten.
Als de uitgang van flipflop 1 hoog is, is de ingang van flipflop 2 ook hoog, oftewel, de ene flipflop stuurt de volgende flipflop aan.
Met de deler kan met het aantal pulsen een waarde worden bereikt.
De pulsen zetten wij op A.
Steeds als wij een puls geven verandert de binaire waarde die X,Y en Z samen vormen.
De waarde verandert als A naar laag wordt geschakeld, want aan de ingang A zien wij een inverter.
Als A laag wordt, wordt X hoog.
Geven wij op A nog een puls, dan wordt flipflop 2 aangesproken en maakt Y hoog, geven we nog een puls dan wordt X ook weer hoog.
Bij puls 4 worden X en Y laag en wordt Z hoog.
Bij puls 5 wordt X weer hoog, bij puls 6 gaat X naar laag en Y naar hoog.
Bij puls 7 wordt ook weer X hoog.
Bij puls 8 zijn we weer gelijk aan puls 0.
Er zijn 8 standen en we kunnen tellen met deze schakeling van 0 tot en met 7.
