10.1 Het menselijk lichaam
De onderdelen 10.1 tot en met 10.4 zijn ook N-stof. Lees de stof daar ook even door

Levende organismen kunnen bijzonder slecht tegen elektrische stroom.
Mens en dier kunnen gedood worden als de spanning te hoog oploopt.
Voor de mens geldt een wisselspanning van 50 volt en een gelijkspanning van 100 volt als aanraak veilig.
Toch is dit geen wet van meden en perzen.
Het menselijk lichaam heeft een bepaalde weerstand en deze weerstand bepaalt welke stroom er door het lichaam gaat lopen als het in aanraking komt met een spanning.
De weerstand van ons lichaam is betrekkelijk laag.
Onze huid geeft nog een redelijke weerstand, maar eenmaal door de huid heen is de weerstand laag doordat het lichaam voor een groot deel uit zouten en water bestaat.
De natte huid geeft weer veel minder weerstand dan een droge huid.
Hoe lager de weerstand, des te groter de stroom zal zijn.
Niet de spanning is datgene dat schade aan ons lichaam veroorzaakt, maar de stroom.
Als ons lichaam een weerstand heeft ten opzichte van de vloer waarop we staan van 10.000 Ohm, en wij raken een spanning aan van 100 volt, dan zal er een stroom door ons lichaam gaan lopen van 10 mA.
Staan wij met blote voeten op een natte grond, en zijn onze handen ook nog eens nat, dan kan de weerstand teruglopen tot onder de kilo-Ohm, en dan kan de stroom oplopen tot meer dan 100 mA.
Dit kan blijvende schade veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Een stroom van meer dan 30 mA is al levensgevaarlijk, daarom slaat onze aardlekschakelaar uit als er meer dan 30 mA gelekt wordt.

Veilige spanning
Normaliter wordt 50 volt wisselspanning (met een piekwaarde van ruim 70 volt) en 100 volt gelijkspanning als veilig beschouwd (vaak wordt ook 110 of 120 volt gelijkspanning als veilig beschouwd, maar dit lijkt ons toch wat risicovol).
Het menselijk lichaam is gevoeliger voor wisselspanning dan voor gelijkspanning.
Bij deze spanningen zal de stroom door het menselijk lichaam vrijwel nooit levensbedreigend zijn.
Maar als je in aanraking komt met een lagere spanning kan dit nog wel een ernstige schrikreactie veroorzaken, iets wat levensgevaarlijk is als men op hoogte werkt of bijvoorbeeld op een trap staat.
Door de schrik zou je naar beneden kunnen vallen.

Elektrische schok
Bij een elektrische schok kan het zenuwstelsel en het spierstelsel van het lichaam ontregeld raken.
Spieren kunnen verkrampen waardoor men de geleider waarmee in aanraking is gekomen niet meer kan loslaten.
Dit veroorzaakt brandwonden en kan ook de dood ten gevolgen hebben.
Een korte schok kan ook al dodelijk zijn, het hart is ook een spier en kan dusdanig ontregeld raken door een kortdurende schok dat ook de dood intreedt. 

Vermogendichtheid
Velden met hoogfrequente energie zijn ook gevaarlijk voor levende organismen.
Een HF-veld bestaat immers uit energie die het weefsel van organismen kan beschadigen. 
De norm van vermogensdichtsheid die als veilig wordt beschouwd is 1 mW/cm² voor frequenties tussen de 30 en 300 MHz. 1 mW/cm² komt overeen met 10 W/m². Dit betekent dat je nooit dicht bij stralende antennes in de buurt moet komen en zeker niet in de stralingsrichting van bijvoorbeeld een Yagi antenne.
Als de frequentie hoger is, is stralingsenergie gevaarlijker.
Denk bijvoorbeeld aan een schotelantenne met een 2 GHz signaal dat naar de satelliet wordt gezonden.
De winst van die antenne is zo groot dat er onmiddellijk schade aan het lichaam optreedt als men zich in de stralingsrichting van de schotelantenne bevindt.

Maatregelen
Plaats antennes zo hoog mogelijk zodat de kans op grote energiedichtheid op plaatsen waar personen zijn het kleinste is.
Gebruik bij mobiel gebruik in de auto niet meer dan 25 Watt
Kijk nooit in de richting van een richtantenne, zeker niet in een golfpijp voor 23 cm of hoger.
Onze ogen zijn zeer gevoelig voor hoogfrequent energievelden
Houdt de antenne van een portofoon zo ver als mogelijk bij je vandaan, gebruik een externe microfoon.
Werk nooit aan antennes die een signaal uitstralen.