001

De golflengte van een electromagnetisch verschijnsel in een voedingslijn is altijd kleinder dan in lucht
Hierbij speelt vooral een rol:

a   het skineffect
b   de verkortingsfactor
c   de verliesfactor
d   de reflectiecoefficient

-
002

De verkortingsfactor is er bij een stuk coaxiale kabel de oorzaak van dat de verhouding
werkelijke lengte/elektrische lengte [lengten in dezelfde eenheid uitgedrukt]

a   groter is dan 1
b   gelijk is aan 1
c   kleiner is dan 1
d   afhankelijk is van de kabeldemping

-
059     Verkortingsfaktor
003

Een open (niet kortgesloten) stuk coaxiale kabel kan gebruikt worden als paralleresonantiekring indien de met een meetlat gemeten lengte:

a   ongeveer 30% korter is dan een halvegolflengte
b   een kwargolflengte lang is
c   omgeveer 30% langer is dan een halvegolflengte
d   een halvegolflengte lang is

-
004

De verkortingsfactor van een coaxiale kabel is afhankelijk van:

a. de staandegolfverhouding
b. het diëlektricum
c. de toegepaste frequentie
d. de lengte van de kabel

-
005

Een coaxiale kabel heeft een werkelijke lengte van 8 meter.
De verkortingsfactor is 0,8.
Bij een frequentie van 150 MHz is de elektrische lengte:

A. 2 golflengten
B. 3,2 golflengten
C. 5 golflengten
D. 10 golflengten

-
006

Door het aanbrengen van seriespoelen in een dipoolantenne zal de:

a   resonantiefrequentie lager worden
b   resonantiefrequentie niet veranderen
c   resonantiefrequentie hoger worden
d   opstraalhoek veranderen

-
007

De verkortingsfactor van gangbare coaxkabel is:

a   0,35
b   0,17
c   1,4
d   0,7

-
008

Een open (niet kortgesloten) stuk coaxiale kabel kan gebruikt worden als parallelresonantiekting indien de met een meetlat gemeten lengte:

a   een halve golflengte lang is
b   iets korter is dan een halvegolflengte
c   iets langer is dan een halvegolflengte
d   een kwartgolflengte lang is

-
009

Een open (niet kortgesloten) stuk coaxiale kabel gedraagt zich als een serieresonantiekring op 144 MHz indien de met een meetlat gemeten lengte:

a   52 cm is
b   36 cm is
c   72 cm is
d   66 cm is

-
λ = [300 / f] x v
010

De werkelijke lengte van een coaxiale kabel is korter dan de elektrische lengte omdat

a   de karakteristieke impedantie laag is
b   er buiten de kabel geen veld ontstaat
c   er huideffect optreedt
d   de voortplantiengssnelheid in coaxiale kabel lager is dan in  lucht

-
011

De golflengte van een elektromagnetisch verschijnsel in een voedingslijn is  altijd kleiner dan in lucht.
Hierbij speelt vooral een rol

a   de staandegolfverhouding
b   het dielectricum
c   de toegepaste frequentie
d   de lengte van de kabel

-
012
De verkortingsfactor van gangbare coaxkabel is
-

a   0.35
b   0.17
c   1.4
d   0.7

-
013

Om de verkortingsfactor van een coaxiale kabel te bepalen wordt een stuk van 0.5 meter lengte aan het eind kortgesloten.
Met een dipmeter wordt vastgesteld dat de eerste parallel resonantie optreedt bij 120 Mhz.
De verkortingsfactor van de kabel is

a   0.97
b   0.7
c   0.8
d   0.67

-