025  Resonantie     f.res = 1 / [2 x π x √(L x C)]

001

De weerstand van een seriekring in resonantie is:

A. laag
B. hoog
C. negatief


-

┘


-

Vragenboek  Novice Licence

002

De impedantie van een parallelkring in resonantie is:

a   hoog
b   nul
c   laag


-

003

De resonantiefrequentie van een afstemkring wordt bepaald door:

a   uitsluitend de capaciteit van de condensator
b   de capaciteit van de condensator en de zelfinductie van de spoel
c   uitsluitend de zelfinductie van de spoel


-

004

Indien bij een seriekring de zelfinductie en de capaciteit beiden verdubbeld worden zal de resonantiefrequentie:

a   4 maal zo hoog worden
b   gehalveerd worden
c   2 maal zo hoog worden


-

005

Indien van een parallelkring de capaciteit wordt gehalveerd zal de resonantiefrequentie:

a   √2 maal zo hoog worden
b   verdubbeld worden
c   √2 maal zo laag worden


-

006

Indien bij een parallekring de zelfinductie 2 maal zo groot en de capaciteit 2 maal zo klein wordt gemaakt, zal de resonantiefrequentie:

a   2 maal zo hoog worden
b   gehalveerd worden
c   gelijk blijven


-

007

De seriekring is in resonantie.
De impedantie is:

a   zeer groot
b   L / C
c   R


-

008

Bij resonantie is de impedantie Z:

a   100 Ω
b   1100 Ω
c   1000 Ω


-

009

Een seriekring heeft:

a   in resonantie een hoge impedantie
b   bij alle frequenties dezelfde impedantie
c   in resonantie een lage impedantie


-

010

De parallelkring is in resonantie.
De impedantie tussen X en Y is:

a   L / C
b   zeer groot
c   R


-

011

Een parallelkring heeft:

a   in resonantie een hoge impedantie
b   bij alle frequenties dezelfde impedantie
c   in resonantie een lage impedantie


-

012

Welk schema stelt een resonantiekring voor?

a   schema 1
b   schema 3
c   schema 2


-

013

De serieresonantiefrequentie van deze schakeling wordt bepaald door:

a   C en  L2
b   C en  L1 en L2
c   C en L1


-

014

Een seriekring gedraagt zich op zijn resonantiefrequentie als een:

a   kortsluiting
b   hoge weerstand
c   lage weerstand


-

015

Onafhankelijk van de waarden van de onderdelen geldt bij resonantie:

a   Ur = UL
b   Ur = Uc
c   Ur = Ub


-

016

De derde harmonische van 3,6 MHz is:

a   10,8 MHz
b   1,2 MHz
c   7,2 MHz


-