001
Een yagi-antenne heeft een voor-achterverhouding van 10dB
Het effectief uitgestraald vermogen [erp] is 100 Watt
Het naar achteren uitgestraalde vermogen bedraagt ongeveer
a 1 W
b 50 W
c 10 W
d 0.1 W
-
002
Een 50 Mhz-zender is door 20 meter coaxiale kabel [demping = 20dB/100 meter] en een balun [demping = 0.4 dB] verbonden met een Yagi-antenne [winst = 10.4 dB].
Het zendvermogen bedraagt 10 Watt.
Het effectief uitgestraald vermogen [ERP] is :
a 30 W
b 20 W
c 10 W
d 40 W
-
003
Het uitgangsvermogen van een zender wordt verhoogd van 1 naar 2 Watt
Dit is een verhoging van
a 1 dB
b 6 dB
c 3 dB
d 2 dB
-
004
Tussen twee versterkertrappen is een passief filter geplaatst
De totale versterking tussen A en B is
a 280 dB
b 11.2 dB
c 20 dB
d 10 dB
-
005
Het door de antenne effectief uitgestraalt vermogen [ERP] is
a 1 W ERP
b 0.1 W ERP
c 1000W ERP
d 10 W ERP
-
006
In de verzwakker wordt gedissipeerd
a 2W
b 3W
c 4W
d 8W
-
007
In de verzwakker wordt gedissipeerd
a 3W
b 260W
c 57W
d 30W
-
008
Van een zender nemen de laatste twee trappen een stroom op van respectievelijk
100 mA en 1 A ; dw voedingsspanning is 10 volt
het rendement van elke trapis 50%
De versterking van de laatste trap is
-
009
Tussen twee versterkertrappen is een passief filter geschakeld.
De totale versterking tussen A en B is:
a 5 dB
b 25 dB
c 15 dB
d 500 dB
-
010
Het door de antenne effectief uitgestraald vermogen (erp) is:
a 1 W erp
b 1000 W erp
c 10 W erp
d 0.1 W erp
-
dB = 10 x log [P1 / P2]
011
De totale versterking tussen A en B is:
a 15 dB
b 12 dB
c 162 dB
d 18 dB
-
012
Een 430 Mhz zender is door 25 meter coaxiale kabel (demping 16dB/100m) en een balun (demping 0.5 dB) verbonden met een yagi-antenne (winst 14.5 dB).
Het zendvermogen bedraagt 30 Watt.
Het effectief uitgestraald vermogen (ERP) is:
a 100 W
b 30 W
c 1000 W
d 300 W
-
013
Hoeveel vermogen wordt gedissipeerd in de verzakker?
a 10 W
b 1 W
c 9 W
d 5 W
-
014
De spanning op de aansluitklemmen van een antenne wordt verhoogd van 10 mV naar 14 mV.
Het vermogen neemt toe met:
a 6 dB
b 3 dB
c 1,4 dB
d 4 dB
-
015
Achter een zender met een uitgangsvermogen van 5 watt wordt een versterker geschakeld welke 20 watt afgeeft.
Het zendvermogen zal toenemen met:
a 12 dB
b 6 dB
c 9 dB
d 3 dB
-
016
Het zendvermogen van een zender wordt verlaagd van 16 watt naar 4 watt.
Hierdoor zal de hoogfrequentstroom in de antenne:
a 2 x zo klein worden
b 4 x zo klein worden
c 16 x zo klein worden
d 8 x zo klein worden
-
017
Achter een zender met een uitgangsvermogen van 5 watt wordt een versterker geschakeld welke 20 watt afgeeft.
Het zendvermogen zal toenemen met:
A. 3 dB
B. 6 dB
C. 9 dB
D. 12 dB
-
018
Van een zender-eindtrap is het stuurvermogen 0.5 watt en het afgegeven vermogen 5 watt
De vermogensversterking is:
a 2.5 dB
b 10 dB
c 5 dB
d 20 dB
-
019
Een ontvangen rapport is: S-9 +20 dB.
Indien van de beluisterende zender het vermogen wordt verhoogt van 4 naar 400 W, dan behoort het signaalsterkte rapport te veranderen in:
a S-9 + 10 dB
b S-9 + 30 dB
c S-9 + 40 dB
d S-9
-
020
De antennewinst van een zendantenne is 6 dB.
De zender levert een zendvermogen van 15 watt.
De antennekabel is verliesvrij.
Het effectief uitgestraald vermogen is:
a 30 W
b 15 W
c 90 W
d 60 W
-
021
Als het uitgangsvermogen van een zender met een factor 4 vergroot wordt, dan behoort de S-meter aanwijzing van een ontvanger, die op die zender afgestemd is, toe te nemen met:
a 4 dB
b 3 dB
c 6 dB
d 2 dB
-
022
Het uitgangsignaal van een hf-telefonie-ontvanger heeft bij ontvangst van een EZB-signaal een signaal/ruisverhouding van 20 dB.
Om de uitgangsspanning te verhogen, wordt de versterking van de If-versterker 6 dB vergroot.
De gemiddelde signaal / ruisverhouding aan de uitgang is nu:
a 14 dB
b 20 dB
c 6 dB
d 26 dB
-
023
Tussen antenne en zender wordt een aan de antenne aangepaste coaxiale kabel met een demping van 9dB per 100 meter toegepast.
Bij welke kabellengte is het aan de antenne toegevoerde vermogen omgeveer de helft van het zendvermogen?
a 100 meter
b 17 meter
c 33 meter
d 50 meter
-
024
Achter een 2-meter zender met een uitgangsvermogen van 5 W wordt een lineaire versterker geschakeld.
Deze neemt uit de voeding 1 A op bijh een spanning van 40 V.
Het rendement van deze eindtrap is 50%.
Het uitgangsvermogen zal toenemen met:
a 3 dB
b 6 dB
c 9 dB
d 12 dB
-
025
Hoeveel vermogen wordt gedissipeerd in de verzwakker?
a 10 W
b 9 W
c 5 W
d 1 W
-
026
Het zendvermogen van een zender wordt verhoogd van 3 watt naar 12 watt.
De stroom in de antenne wordt hierdoor:
a √2 maal zo groot
b 2 maal zo groot
c 4 maal zo groot
d 16 maal zo groot
-
027
Om de aanwijzing van de S-meter van een ontvanger met ongeveer 6 dB te laten toenemen, moet het uitgangsvermogen van de zender waarop is afgestemd worden vergroot met een factor:
a 2
b 3
c 4
d 6
-
┘
028
Om de aanwijzing van de s meter van een ontvanger net ongeveer 6 dB te laten toenemen . moet het uitgangsvermogen van de zender waarop is afgestemd worden vergroot met een factor
a 4
b 6
c 2
d 3
-
029
Tussen antenne en zender wordt een aan de antenne aangepaste coaxiale kabel met een dempimg van 9dB per 100m toegepast.
Bij welke kabellengte is het aan de antenne toegevoerde vermogen ongeveer de helft van het zendsvermogen ?
a 100 m
b 17 m
c 33 m
d 50 m
-
030
De totale versterking tussen P en Q is
a 10 dB
b 30 dB
c 20 dB
d 40 dB
-