jj_09_02_001v
008

Laagfrequent detectie komt door:

a   onvoldoende frequentiestabiliteit
b   onvoldoende harmonische-onderdrukking van de zender
c   niet-lineaire effecten van halfgeleiders
d   niet-lineaire zendereigenschappen

-
009

De 40 meter amateurband grenst aan een omroepband.
Als ‘s avonds een aantal omroepzenders door elkaar hoorbaar wordt op een in de amateurband afgestemde ontvanger
is dit waarschijnlijk te wijten aan:

a   harmonischen
b   bijzondere propagatie condities
c   intermodulatie
d   overmodulatie

-
001

laagfrequent detectie wordt veroorzaakt door:

a   onvoldoende harmonische-onderdrukking van de zender
b   niet-lineaire effecten van halfgeleiders
c   niet-lineaire zender eindtrappen

-
002

Welke maatregel kan worden genomen tegen het optreden van storing als gevolg van een aanwezig stoorveld?

a   het toepassen van een kunststof kast
b   het toepassen van een gesloten metalen kast
c   het stabiliseren van de voedingsspanning

-
003

Van een amplitudegemoduleerde 2-meter zender is de modulatie hoorbaar uit de luidspreker van een TV-ontvanger, zelfs als de volumeregelaar hiervan op minimum is ingesteld.
De juiste conclusie is:

a   de storing zal verdwijnen als in de zender enkelzijbandmodulatie wordt toegepast
b   de buitenmantel van de TV-antennekabel is onderbroken
c   in de laagfrequent versterker van de TV-ontvanger treden detectieverschijnselen op
d   de TV-antenne heeft te weinig richteffect

-
004

Wanneer in een geluidsinstallatie laagfrequent detectie optreedt als gevolg van een nabije EZB-zender, die gemoduleerd wordt met spraak, klinkt dat als:

a   aan-/ uitgeschakelde brom
b   vervormde spraak
c   een fluittoon
d   duidelijk verstaanbare spraak

-
005

Een omroepontvanger wordt over het hele afstembereik gestoord door een amateurstation.
De meest waarschijnlijke oorzaak is:

a   laagfrequent detectie in de ontvanger
b   slechte spiegelonderdrukking in de ontvanger
c   splatter van de zender

-
006

Uit de luidsprekers van een geluidsinstallatie wordt het signaal van een 144Mhz amateurzender hoorbaar.
Er is al een netfilter aangebracht en er zijn smoorspoelen in de luidsprekerleidingen geplaatst.
De storing blijft ook aanwezig als alle signaaltoevoerdraden zijn losgenomen.
De oorzaak van de storing is waarschijnlijk het gevolg van:

a   directe instraling
b   onjuist gebruik van ringkerntransformatoren
c   extreme propagatie-omstandigheden
d   te sterke harmonische van de zender

-
007

Een zender neemt een aanzienlijke grotere bandbreedte in beslag dan normaal, veroorzaakt door =splatter=.
Dit komt door:

a   onvoldoende onderdrukking van harmonische
b   brom op de draaggolf
c   over modulatie
d   te lage plaatsing van de antenne

-
010

CHIRP (Tjoep) kan optreden als:

a   de seinsleutel van de zender niet goed is afgesteld
b   de antenne te licht gekoppeld is met de eindtrap
c   de seinsnelheid teveel varieert
d   de voedingsspanning van de oscillator onvoldoende stabiel is

-
011

Een TV-toestel ondervindt op de meeste kanalen storing van een amateurzender werkend in de 50 MHz band.
De meest waarschijnlijke oorzaak is:

a   de zender straalt harmonischen uit
b   de zender is slecht geaard
c   de ingangstrap van de TV wordt overbelast
d   bij de TV ontbreekt een laagdoorlaatfilter

-
012

Laagfrequentdetectie geeft de minst opvallende storing bij de volgende soort uitzending:

a. enkelzijbandmodulatie
b. morsetelegrafie
c. amplitudemodulatie
d. frequentiemodulatie

-
013

Een amateur stuurt zijn SSB-zender niet te ver uit, maar toch veroorzaakt hij splatterstoring
Dit kan worden veroorzaakt door:

a   parasitair oscileren van de eindtrap
b   te hoog zendvermogen
c   onvoldoende onderdrukking van harmonischen
d   verkeerde zijbandkeuze (LSB/USB)

-
014

Aan de uitgang van een lf-versterker kunnen harmonischen van het ingangssignaal verschijnen wanneer:

a   de versterker overstuurd wordt
b   de versterking bij alle fequenties niet even groot is
c   de bandbreedte beperkt is
d   er parasitaire capaciteiten aanwezig zijn

-
015

Als een radiozendamateur zijn yagi-antenne in een bepaald richting zet en gaat zenden, blijkt bij de buren de Cd-speler gestoord te worden.
De Cd-speler heeft een CE-keurmerk.
De storing is waarschijnlijk het gevolg van:

a. harmonischen van de zender
b.  frequentie-instabiliteit van de zender
c.  de hoge veldsterkte van het zendsignaal in de Cd-speler
d.  het gebruik van afgeschermde kabel

-
016

Als een lokaal 2-meter FM-amateurstation uitzendt merken amateurs in de omgeving dat de ontvangst van zwakke signalen, op 100 - 500 kHz naast de frequentie van het lokale station, verslechtert.
Het signaal van het lokale station is niet zo sterk, dat de gestoorde ontvangers worden overstuurd.
Dit duidt erop dat de zender van het lokale station waarschijnlijk:

a   een te grote frequentiezwaai heeft
b   intermodulatieproducten uitzendt
c   veel harmonischen produceert
d   veel faseruis produceert

-
017

Wanneer alle TV-beelden van uw buurman met ruis ontvangen worden op het moment dat u de zender inschakelt en uw buurman heeft zijn eigen TV-antenne, dan hebben we te maken met:

a   een niet goed aangepaste antennekabel
b   blokkering van de ingangsversterker van het TV-toestel
c   een overbelaste voedingsstabilisatieschakeling in het TV-toestel
d   een niet goed aangepaste detectieschakeling in het TV-toestel

-
018

U werkt op 15 meter en uw buurman laat u weten dat u zijn TV-ontvangst verstoort.
Na enig onderzoek komt u tot de ontdekking dat uw zender op deze band te sterke harmonischen uitstraalt.
Hoe stelt u zich op in deze situatie?

A. U zegt dat er geen redelijke oplossing is voor dit probleem
B. U zegt dat hij een klacht bij Agentschap Telecom kan indienen
C. U gebruikt deze frequentieband niet tot u de verstoring heeft opgelost
D. U adviseert de buurman om bij de vakhandel een ontstoorfilter te kopen

-
019

Het oversturen van de eindtrap van een EZB-zender heeft tot gevolg dat de signalen:

a   harder worden, zonder andere effecten
b   niet vervormd klinken en minder bandbreedte in beslag nemen
c   niet vervormd klinken en meer bandbreedte in beslag nemen
d   vervormd klinken en meer bandbreedte in beslag nemen

-
020

Sommige ontvangers voor de HF-band van 1.3-30 Mhz hebben een middenfrequent van 40 Mhz en een vast laagdoorlaatfilter als ingangskring.
Deze constructie vergroot de kans op:

a   misaanpassing aan de antenne
b   oscilleren van de hf-versterker
c   ontvangst van de spiegelfrequentie
d   intermodulatie  

-
021

Aan de uitgang van een lf-versterker kunnen harmonischen van het ingangssignaal verschijnen wanneer:

a   de bandbreedte beperkt is
b   er parasitaire capaciteiten aanwezig zijn
c   de versterking bij alle fequenties niet even groot is
d   de versterker niet lineair is

-
022

Aan de uitgang van een lf-versterker kunnen harmonischen van het ingangssignaal verschijnen wanneer:

a   de bandbreedte beperkt is
b   er paracitaire capaciteiten aanwezig zijn
c   de versterking bij alle fequenties niet even groot is
d   de versterker niet lineair is

-