116

Onder het zendvermogen van een FM zender wordt verstaan”:

a   het vermogen dat als gevolg van de constructie van de eindtrap niet kan worden overschreden
b   het produkt van de voedingsspanning en de gemiddelde stroom toegevoerd aan dat deel van de eindtrap waarmee de
     antenne is gekoppeld
c  
het door de zender afgegeven HF vermogen
d   het door de antenne effectief uitgestraalde vermogen
H12  Nationale en internationale gebruiksregels