VERON 9.1.4

Laagfrequent detectie:
Elke draad kan als antenne fungeren.
Dit geldt ook  voor het netsnoer, luidsprekerkabels, de verbinding tussen apparatuur.
Al deze “ingangen” zijn niet bedoeld om Hf-signalen te ontvangen, maar als de signalen groot genoeg zijn kunnen transistors, dioden en IC’s als detector gaan werken.
Ontstaat er een dergelijk gedetecteerd signaal in een Lf-versterker dan zal het gewenste en het stoorsignaal samen versterkt worden.
Beide signalen worden dan door elkaar hoorbaar.
Is de storend zender een AM-zender  dan is het storende signaal woordelijk te verstaan.
Is het storende signaal afkomstig van een EZB-zender dan hoor je een onverstaanbaar gereutel maar wel in het ritme van de modulatie van de EZB-zender.
Is het een CW-zender dan hoor je “plop” geluiden in het ritme waarmee gesleuteld wordt.
Een FM-zender stoort net zo goed, maar omdat de amplitude constant is valt het minder op en zijn er dan ook minder klachten.
In extreme gevallen, bij hoge veldsterkte, zullen ook de sporen op de printplaat waarop de elektronica van het apparaat is ondergebracht relatief grote spanningen oppikken.
Dit laatste noemt men directe instraling.